Verblijf in een instelling

Welke soorten instellingen zijn er in de Wlz?

Bij “verblijf in een instelling” wordt hier bedoeld: wonen in een Wlz-instelling (Wet langdurige zorg). Er zijn verschillende soorten instellingen waar je kunt wonen met een Wlz-indicatie.

Verpleeghuizen
Grote woonvormen voor mensen met een lichamelijke beperking
Instellingen voor mensen met een verstandelijke beperking
Instellingen voor mensen met een zintuiglijke beperking (visueel (niet of slecht kunnen zien) of auditief (niet of slecht kunnen horen)).
Sommige vormen van kleinschalig wonen

Wat heb je nodig om in een Wlz-zorginstelling te kunnen wonen?

Wonen in een Wlz-instelling wordt betaald vanuit de Wet Langdurige Zorg. Je hebt hiervoor een indicatie nodig van het CIZ (Centrum Indicatiestelling Zorg). Een indicatie van het CIZ is een soort “toegangsbewijs” voor zorg vanuit de Wlz. Hier kun je ook meer over lezen via de Regelhulp van de overheid.

Let op: tegenwoordig is voor het wonen met VV profiel (Verzorging en Verpleging indicatie) minimaal een VV5 (Beschermd wonen met intensieve dementiezorg) of een VV6 (Beschermd wonen met intensieve verzorging en verpleging) nodig.

Welke zorg krijg je in een Wlz-zorginstelling?

De zorginstelling geeft alle zorg. In het zorgprofiel staat welke zorg er mogelijk is. Hier kun je meer over lezen via de Regelhulp van de overheid. Samen met de zorgverlener spreek je af welke zorg je krijgt. Dit wordt vastgelegd in een zorgplan of ondersteuningsplan.

Verblijf: Je woont in een zorginstelling. Daarbij horen maaltijden, huishoudelijke hulp en uitstapjes.
Persoonlijke verzorging en verpleging: bijvoorbeeld hulp bij het aankleden en wassen.
Medische zorg: Bijvoorbeeld behandeling van een bepaalde aandoening of beperking. Of een bezoek aan de huisarts, fysiotherapeut of psycholoog. Het is verstandig om altijd na te vragen of deze behandelingen zijn inbegrepen.
Wanneer ze zijn inbegrepen kun je meestal de aanvullende verzekering opzeggen. Vraag dit altijd na.
Dagbesteding: Bijvoorbeeld creatieve activiteiten, begeleid vrijwilligerswerk, sport of arbeidsmatige dagbesteding.
Vervoer: naar dagbesteding (vaak wordt dagbesteding gegeven in de instelling) of naar de plek van de behandeling.
Hulpmiddelen: Bijvoorbeeld een rolstoel of medicijnen.

Wat moet je betalen voor het verblijf in een instelling?

Voor langdurig verblijf in een instelling betaal je meestal een eigen bijdrage. Het CAK berekent de eigen bijdrage. Het CAK stuurt ook de rekening.
Goed om te weten: met een proefberekening van het CAK (HetCAK.nl) kun je de hoogte van de eigen bijdrage berekenen.

Welke andere soorten zorginstellingen zijn er naast de Wlz-zorginstelling?

Er zijn ook zorginstellingen die niet vanuit de Wlz worden betaald. Bijvoorbeeld:

Een woonplek met begeleiding, gericht op herstel van psychische klachten. Dit wordt betaald vanuit de gemeente via de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning). Zie hiervoor beschermd wonen. Hier lees je meer over via de Regelhulp van de Rijksoverheid.
Verschillende vormen van Kleinschalig Wonen. Hier lees je meer over via de Regelhulp van de Rijksoverheid.

Kan de partner meeverhuizen naar een Wlz-instelling, wanneer hij/zij geen Wlz-indicatie heeft?

Wanneer je wordt opgenomen in een Wlz-instelling kan de partner ervoor kiezen om mee te verhuizen. Dit heet partneropname. Dit kan wanneer de partner zelf geen Wlz-indicatie heeft. Daarbij is het belangrijk om zorgaanbieder te zoeken die partneropname aanbiedt. Een zorgaanbieder is niet verplicht tot partneropname.

Wanneer je als partner wordt opgenomen heb je geen recht op zorg. Is dit wel nodig, dan moet dit apart worden aangevraagd. Via de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning) vanuit de gemeente of via de Zorgverzekeringswet kan een partner zelf zorg aanvragen. De zorgaanbieder kan u helpen, of u vraagt een onafhankelijk cliëntondersteuner om hulp.